VVE Bestuurdersaansprakelijkheid

Décharge
Het bestuur is verplicht de balans en de staat van baten en lasten met toelichting ter goedkeuring aan de VvE voor te leggen. In de praktijk wordt er vanuit gegaan dat goedkeuring van de balans en vaststelling van de jaarrekening tot décharge (ontslag van aansprakelijkheid) van de bestuurders leidt. Indien het niet in het Splitsingsreglement is geregeld, zal de décharge als afzonderlijk agendapunt moeten worden opgevoerd. Indien de VvE décharge verleent, heeft het ontslag van aansprakelijkheid slechts betrekking op hetgeen uit de jaarrekening blijkt, voor zover het daarin gestelde juist is. De décharge heeft dus geen betrekking op hetgeen in de jaarrekening niet of onjuist is verantwoord. Ten aanzien daarvan blijft de bestuurder dus gewoon aansprakelijk.
De décharge heeft voorts alleen werking jegens de leden en niet jegens derden. Deze derden zijn immers niet gebonden aan de inhoud van de jaarrekening.

Externe aansprakelijkheid
Als algemene regel geldt, dat een bestuurder, wanneer hij in die hoedanigheid handelt, niet persoonlijk jegens een derde of jegens de leden aansprakelijk is. Zijn handelen wordt immers aan de Vereniging toegerekend en dus als een handeling van de Vereniging beschouwd. Het is de Vereniging, die de door de bestuurder gesloten overeenkomst moet nakomen en die ten opzichte van de leden schadevergoedingsplichtig is, indien de bestuurder zich aan wanbeleid schuldig maakt.

Toch kan een bestuurder onder bepaalde omstandigheden persoonlijk aansprakelijk zijn. Dat zal het geval zijn wanneer een door hem als bestuurder begane onrechtmatige daad tevens een persoonlijk onrechtmatige daad oplevert. Uit de jurisprudentie valt af te leiden, dat dat bijvoorbeeld het geval is, als de bestuurder een overeenkomst aangaat, waarvan hij weet of behoort te begrijpen, dat de Vereniging die overeenkomst niet kan nakomen. De persoonlijke aansprakelijkheid bestaat dan daarin dat hij zijn wederpartij hiervan niet in kennis heeft gesteld. Ook valt te denken aan het regelmatig en bewust terzijde leggen van de regelgeving van het Splitsingsreglement en het bewust in strijd handelen met de Wet. Bijvoorbeeld: vervalsen van documenten en bewust discriminatoir handelen. Het spreekt voor zich, dat bewijs hiervan niet gemakkelijk is.
De actie uit onrechtmatige daad kan voorts naast een vordering tot schadevergoeding ook leiden tot een gebods- en verbodsactie met een dwangsom, opdat de Vereniging alsnog een besluit neemt of in de toekomst een dergelijk besluit niet zal nemen.